De Kracht van Kwetsbaarheid in de sport

“Wie zich als sportcoach kwetsbaar durft op te stellen wint aan gezag”.

Deze uitspraak van Marc Lammers (gerenommeerd hockeycoach) is mij altijd bij gebleven, omdat de termen ‘kwetsbaar’ en ‘sport’ niet vaak in 1 zin samen gaan. Toen ik een interview met voetballer Eljero Elia (Feyenoord) las waarin hij beweerde dat ‘kwetsbaarheid tonen je juist sterker maakt’, werd ik opnieuw getriggerd. Ik merk zelf óók dat ik een sporter of trainer sympathieker en geloofwaardiger vind als die zich (in de media) kwetsbaar opstelt. Veel mensen in mijn omgeving herkennen dat. Toch heb ik de indruk dat binnen de (top)sport zelf ‘je kwetsbaar opstellen’ not done is. Waarom is dat eigenlijk?

Huh? Kwetsbaarheid?!

Op internet vind ik verschillende definities voor kwetsbaar. ‘Broos’, ‘breekbaar’, ‘gevoelig’, ‘zwak’: niet echt de termen die je met ‘kracht’ associeert. De Amerikaanse onderzoekster Brené Brown deed jarenlang onderzoek naar dit fenomeen en schreef er het inspirerende boek De kracht van kwetsbaarheid[1] over.

Volgens Brown is er een duidelijke link tussen kwetsbaarheid en zelfacceptatie. In een samenleving waar veel nadruk ligt op prestatie, zijn we geneigd onszelf continu te vergelijken met de ander en nadruk te leggen op de kant van onszelf die ‘niet goed genoeg’ is. Daarnaast wordt perfectionisme ook vaak (onbewust) als afweermechanisme gebruikt; ‘als ik alles perfect doe kan niemand kritiek op me hebben of me veroordelen en hoef ik me niet te schamen’.

Brené Brown heeft het in haar boek over ‘ bezielde mensen ’: mensen die zich kwetsbaar durven op te stellen. Zij weten dat ze de moeite waard zijn, ook al zijn ze niet perfect. Bezielde mensen kennen hun angst, verdriet, schaamte, schuldgevoel en boosheid en laten die emoties toe in hun leven. Zij lopen er niet van weg. Als je daartoe in staat bent, kun je ook de kwetsbaarheid in een ander zien en empathie tonen. Dat is dus kracht!

Mooi verhaal. Maar hoe vertaalt dit zich tot de sport?

“Loop niet zo te zeiken. Daar ga ik echt niet beter van spelen, hoor!” Dit zei een teamgenoot tegen mij toen ik hem wees op zijn -in mijn ogen- foute aanname van de bal. Na de wedstrijd vertelde hij mij dat hij onzeker wordt van mijn commentaar tijdens de wedstrijd. Zijn eerlijkheid raakte mij. Hij durfde zijn onzekerheid te delen. Respect! Door zijn openheid ben ik gaan nadenken over mijn eigen gedrag in het veld en welk effect dat op anderen heeft. Het gaf mij inzicht in hoe ik mijn medespelers (en mijzelf) kan stimuleren. Daarnaast voelde ik mij meer verbonden met mijn teamgenoot en zocht ik hem vaker op, zowel in als buiten het veld. Als je je kwetsbaar opstelt, nodig je blijkbaar uit tot werkelijk contact.

Het lijkt misschien tegenstrijdig, maar door je kwetsbaar op te stellen laat je in feite zien dat je niet bang bent. Het verhoogt je gevoel van eigenwaarde, waardoor je sterker in je (sport)schoenen staat. In een team van ‘bezielde mensen’ zal er bij de trainer en mede-sporters meer erkenning en waardering voor elkaar ontstaan. Kwetsbaarheid mogen en kunnen tonen is in mijn ogen een absolute voorwaarde voor een veilige en prettige sportomgeving. Het is dé weg naar verbinding, vertrouwen en betrokkenheid binnen het sportteam.

Kortom: de basis voor (team)succes!


Brené Brown, De kracht van kwetsbaarheid, 2013