Oma’s verjaardag vieren is niet zo vanzelfsprekend als je kleinzoon bij een profclub speelt

De klassieker

De herfstvakantie komt er weer aan. Ik word jarig. Een geijkt moment om bij elkaar te komen als familie. Ik ben al weken aan het nadenken hoe ik mijn verjaardag dit jaar ga vieren. Het is niet zo makkelijk om iedereen los te koppelen van het drukke schema dat ‘’het leven’’ heet. School, trainingen, werk, sociaal netwerk. Het is elk keer weer een gepuzzel.

Het meest verheug ik me erop om mijn kleinzoons weer een dag om me heen te hebben. Ze groeien als kool. Knuffelen met oma is niet de allerstoerste bezigheid van jongens van 10 en 14 jaar oud, maar ik geniet van hun onvoorwaardelijke liefde als ze dicht bij mij zijn.

Allebei mijn kleinzoons spelen bij Feyenoord in de jeugd. Naast hun school trainen ze allebei minstens vier keer per week en op zaterdag spelen ze hun wedstrijden. Ze moeten er heel wat voor over hebben om profvoetballer te worden. Zoveel doen en zoveel laten! Vooralsnog is dat voor geen van beiden een probleem en dat doet me deugd.

Het heeft wel als consequentie dat ze bijvoorbeeld hun oma en andere familieleden heel weinig zien. Om ze allebei toch nog zoveel mogelijk te zien, probeer ik zoveel mogelijk naar hun toe te gaan. Dit lukt niet altijd. Zo kon ik eerder dit seizoen helaas niet aanwezig zijn bij de eerste Klassieker van mijn jongste kleinzoon Dani. Wel heb ik na afloop van de wedstrijd uitgebreid verslag gekregen, dus op deze manier was ik er toch nog een klein beetje bij betrokken.

Dit weekend kan ik  gelukkig wel bij de Klassieker van mijn andere kleinzoon Jaden gaan kijken. Het is me gelukt om wat werkzaamheden in mijn overvolle agenda te verzetten. Voor mijn verjaardag gaan we na de wedstrijd met de hele familie uit eten in een Surinaams restaurant. Dat doen we in Amsterdam, zodat we gelijk door kunnen rijden. Ik heb een uitgebreide Surinaamse rijsttafel en allerlei traditionele side-dishes besteld. Het was allemaal veel geregel, maar dit mooie vooruitzicht maakt het de moeite waard. Ik kan niet wachten totdat het zaterdagavond is. Maar eerst genieten van de wedstrijd.

Het regent pijpenstelen als ik een paar dagen later op weg ben naar Amsterdam. Aangekomen op de Toekomst, baan ik met mijn paraplu een weg naar de kantine. Op de grote zwarte paraplu, ik denk de grootste in zijn soort, staat met grote gouden letters “Feyenoord” geschreven. Iedereen mag weten dat oma Marjorie haar kleinzoon komt aanmoedigen. En dat terwijl ik me dondersgoed besef dat ik me in het hol van de leeuw bevind, maar dat kan me niet veel schelen.

Vanwege blessures en schorsingen ontbreken er vanmiddag een hoop basisspelers in het team van mijn kleinzoon en al snel blijkt Ajax O15 een maatje te groot voor het aangepaste elftal. Het lukt Feyenoord O15 slechts zo nu en dan van zich af te bijten en halverwege de eerste helft komt Ajax verdiend op voorsprong. De tweede helft is niet veel beter en na negentig minuten ploeteren verliest het elftal uiteindelijk met 3-0.

Teleurgesteld loop ik na het fluitsignaal richting de kantine om op Jaden te wachten. De paraplu heb ik inmiddels dichtgeklapt. Stoïcijns voor me uitkijkend loop ik langs ‘’de Ajax-ouders’’. Ik wacht stilletjes in de kantine op Jaden. Hij zal niet blij zijn met het resultaat. Ik had me deze dag iets vrolijker voorgesteld, maar hopelijk zal het etentje met de familie hem direct goed doen.

Maar dan komt mij het nieuws ter ore dat Jaden met de bus mee terug moet naar Rotterdam. De trainer was zo boos over het verlies, dat hij dit als soort van ‘straf’ heeft besloten. Hij wijt het verlies van zijn team aan een gebrek aan instelling en teamspirit en besluit dat iedere speler verplicht terug moet naar Rotterdam. Dit terwijl de trainer van tevoren aan Jaden had toegezegd dat hij na afloop van de wedstrijd in Amsterdam mocht achterblijven om de verjaardag van zijn oma te vieren.

Het betekent niet alleen dat Jaden er niet bij kan zijn, maar ook mijn zoon en andere kleinzoon moeten het aan zich voorbij laten gaan. Zij moeten namelijk naar Rotterdam rijden om Jaden daar op te halen. Het is geen doen om dan gelijk weer terug naar Amsterdam te gaan. Daarbij komt dat we ook te laat aan tafel zouden komen. En zo valt oma’s verjaardag helemaal in duigen. Alles wat ik al weken geleden zorgvuldig heb voorbereid moet ik annuleren. Wat een deceptie! Ik ben verdrietig en voel me machteloos.

Pedagogische analyse

De grote vraag is of de straf zin heeft gehad. Die wil ik niet als ‘voetbaloma’ beantwoorden, maar graag als pedagoog. Want dat is wat ik van beroep ben. In de pedagogiek heeft het belonen van het gewenste gedrag over het algemeen de voorkeur boven het bestraffen van het ongewenste gedrag. Straf als pedagogisch middel heeft namelijk het nadeel dat het agressie of stiekem gedrag op kan roepen en/of kinderen angstig kan maken. Bovendien kan je met straf het kind misschien wel het ongewenste gedrag afleren, maar je leert het kind daarmee niet wat het gewenste gedrag is.

Straffen na een nederlaag is in mijn ogen als pedagoog dan ook niet de juiste manier om de prestaties en/of de motivatie van jeugdspelers te verbeteren. Iedere sporter, ongeacht zijn leeftijd, heeft een hekel aan verliezen en zal dus na afloop balen. Dat geldt zeker voor een Feyenoord speler die van Ajax verliest. In een volgende wedstrijd of Klassieker zal de spelers het altijd beter willen doen. Daarvoor heeft hij geen extra straf van een trainer voor nodig.

Het gevolg van de straf is dat de speler dubbel gestraft wordt en zich daardoor nog vervelender kan voelen. Je ontneemt de speler een leuk uitje en samenzijn met zijn familie. Tevens kan het schuldgevoel van speler toenemen, omdat het verjaardagsfeest door de busreis terug niet doorgaat.

Een sterk familiesysteem is belangrijk voor de ontwikkeling en het welzijn van het kind. Het is de veilige boezem waar een jeugdspeler troost en vertrouwen vindt bij tegenslag. Het geeft het kind een noodzakelijk gevoel geborgenheid  en versterkt zijn zelfvertrouwen. Door hem als straf deze mogelijkheid te ontnemen, ondermijn je als trainer het belang van het familiesysteem en ontstaat er voor het kind een innerlijk conflict: wat is belangrijker? Familie of voetbal? Hij wordt voor zijn gevoel gedwongen om een kant te kiezen en kan hierbij een gevoel van schuld ervaren. 

Conclusie

Het gedrag van een sporter of team is slechts één van de factoren die bepalen of een sporter of team  succesvol is. Bij ondermaats presteren is het dus verstandiger om als trainer/coach de wedstrijd te analyseren en op zoek te gaan naar de mogelijke oorzaken van het teleurstellende resultaat. In het voorbeeld van mijn kleinzoon trad het jeugdteam van Feyenoord bijvoorbeeld vanwege schorsingen en blessures in een aangepaste opstelling tegen Ajax 015 aan. Wat waren hiervan de gevolgen op de tactiek en het spel van het team? Deel deze vragen met je spelers. Betrek ze bij de wedstrijdanalyse en help ze om kritisch naar hun eigen prestaties te kijken. Wat ging er fout? Wat moet er de volgende keer beter? Maak van een nederlaag een leerproces, geen schande. Ook al ben je trainer van het hoogste jeugdelftal van Feyenoord: voetbal is en blijft maar een spelletje en een jongen van veertien is geen volwassen prof maar een kind.

Marjorie Esajas (www.fyjas.nl)